Caroline Grootes |
|||||||
De roodvonk die Rob op negen jarige leeftijd doormaakte heeft misschien voor een deel zijn lot bepaald, doch heeft ook al op jonge leeftijd de wilskracht van een vechter in hem doen ontwaken. Wat er medisch gezien ook gebeurde of aan de hand was, hij vond dat hij geen pijn had en hij ging ervoor, vocht verder. Zoals hij ons weer versteld heeft doen staan de laatste anderhalve week van zijn leven. Toch is die hartklep slechts een detail van het figuurlijke grote hart van Rob. Als ik aan Rob denk, denk ik vaak ‘groot’. Ik zal dit toelichten. Sinds mijn elfde kom ik in de Bronnerlaan, in het grote huis. Dáár gebeurde het. Het grote huis waar alles kon. Daar kwamen alle vriendjes, daar kwamen vele gasten. Daar zat je met tien man om de eettafel, een ovale tafel waarbij je toch het idee had dat Rob aan het hoofd zat. Robs werkkamer stond in open verbinding met de woonkamer, en had een groot, vol bureau en een grote piano: Robs vleugel. Daar zat meestal een andere pianist op te spelen, Sandu. Rob had een grote auto, geen dure protserige, nee, een grote auto waar veel in kan: veel mensen, kinderen, honden. Rob was zeer gehecht aan zijn honden en katten. Hij rouwde zeer om hun dood. Bij Rob denk ik ook: veel. Veel eten, veel wijn, veel kaas. Op zijn verjaardag telden we kaasjes, niet kaarsjes. Familie man in hart en nieren. Met stip op 1: Cent. Op de voet gevolgd door kinderen en kleinkinderen. Hij had ze het liefst allemaal de lagere school zien voltooien. Hij had graag nog wiskunde huiswerk gemaakt met Fabian. |
Als kind aan huis daar, en beste vriendin van Renée, werd ik ook een soort familie. Nog meer toen ik trouwde en onze eerste dochter als een voor-kleinkind werd verwelkomd. En helemaal toen Pauline en ik tweemaal bijna synchroon de volgende baarden. Mijn meisjes vormden een mooi evenwicht met haar jongens en ze groeiden op als neefjes en nichtjes, en delen samen Opa Rob en Oma Cent en Tante Néné. Naast de familie de vele, vele vrienden overgehouden aan de contacten via werk, Buma, of via de muziek. En ook via de school en contacten van de kinderen. Oude vrienden ook, nog van uit Cents familie, van opa Billy. Vrienden nog van school en studie. Langdurige, hechte vriendschappen, van Stockholm tot Boekarest, van Amsterdam tot Parijs. Zoals onze bijzondere Amerikaans-Cubaanse vrienden. Naast, of moet ik zeggen boven, zijn grote hart zat zijn superieure intellect. Een gymnasiast, met liefde voor taal, Nederlands en Frans, geschiedenis maar ook voor wiskunde. Die dualiteit uitte zich in veel dingen (hij was ook tweeling van sterrenbeeld) zoals in zij jurist en componist zijn. Het liefst herinner ik me Rob in Frankrijk. Lekker buiten lezend in een regisseursstoel. Zijn geliefde Provence. Wat zijn we er vaak met z’n allen geweest: In Unang, Le Sicoulat, en in L’ Isle-sur-la-Sorge. De streek, de temperatuur en de geur en het eten zijn onlosmakelijk verbonden met het vieren van het leven, genieten, met de hele, grote, warme familie. |
|||